dinsdag 25 februari 2014

Alles heeft zijn tijd.

Wat een week, sneeuw, zon, 45 jongeren, 5 begeleiders, skiën, snowboarden, één zitski en veel lol. 
Vijf jaar later en wij gingen opnieuw skiën. In februari 2009 gingen we ook met 45 jongeren, hadden we sneeuw, zon en veel lol. Maar er was één groot verschil. Er was geen zitski nodig....

Wat een week. Kunnen we nog skiën? En vinden we het nog net zo leuk? Of is het veel gedoe en onhandig? 
Het antwoord hebben we gekregen. Het was een prachtige week. Het ging goed en ook ik genoot van het skiën. Wel zwaar voor mijn armen, maar genieten. 
Daar in Oostenrijk schoten er wat tekst uit Prediker door mijn hoofd en begon ik spontaan te zingen:' Heer, onze Heer, hoe machtig is uw naam op deze aarde'

Ik ben een gelukkig mens!

Prediker 3:1-15

Alles heeft zijn tijd
3Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
Er is een tijd om te baren
en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om te rooien.
Er is een tijd om te doden
en een tijd om te helen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen.
Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen.
Er is een tijd om te ontvlammen
en een tijd om te verkillen,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om af te weren.
Er is een tijd om te zoeken
en een tijd om te verliezen,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien.
Er is een tijd om te scheuren
en een tijd om te herstellen,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken.
Er is een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog
en er is een tijd voor vrede.
Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? 10 Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. 11 God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. 12 Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. 13 Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. 14 Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. 15 Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap